Hera’s missie op Marathon’s

Hera’s missie op Marathon’s

‘Ik had een bloedhekel aan fietstochtjes

In haar linker fietstas zwerft een stapeltje brieven. Bijeengehouden door een elastiek dat op knappen staat. Brieven, geschreven door familie en vrienden. Een deel van hen houdt het kort en wenst haar in enkele zinnen een behouden en plezierige reis. Anderen zijn ervoor gaan zitten. Zoals haar moeder die in vier maanden tijd 12 kantjes volschrijft. Ze begint nadat haar enige dochter Hera van Willick  (30) aangekondigt dat ze een stuk gaat fietsen. Van Tilburg tot ergens in China. Op de dag voor vertrek eindigt zij met de woorden. “Dat je de weg mag gaan die je goed doet… Dikke kus Mama.” De brief die ze koestert is die van haar maatje Fokke die zijn leven beëindigt op het spoor, terwijl ze in Kiev is.  De grappigste bijdrage is van Remco die haar een raadsel stuurt waar ze dagenlang op zit te puzzelen. Tijdens haar reis herleest ze de brieven regelmatig. Nu is ze terug.

We gaan beginnen. Mijn openingsvraag: ‘Vertel het maar’, slaat ze losjes terug met haar backhand. ‘Wat wil je horen?’ Dropshot: ‘Waarom denk je dat ik je voor een interview hebben uitgenodigd en zelfs een fotograaf heb opgetrommeld?’ Ontspannen kijkt ze me aan met haar blauwgroene ogen en zegt: “Misschien omdat ik als vrouw alleen fiets? Of dat ik – los van het fietsen – een eigen kijk op het leven heb?” Waar heb ik dat vaker gehoord? Maar vooruit, de structuur van het gesprek staat.

Hera komt uit een autoloos gezin. Fietstochtjes maken was zo ongeveer de enige smaak. “Ik had er een hekel aan, want het moest. Ik ben net zo lang achterop blijven zitten tot mijn knieën over de grond sleepten.” Toen ik eindelijk alleen thuis mocht blijven, zwaaide ik ze uit totdat ze niet meer omkeken.” Maar op haar 19e gebeurde het. “Ik leende de Bridgestone van mijn moeder, haalde de oude AGU-tassen van zolder, en was weg.” Twee weken Duitsland. Vrijheid, zelf je weg kiezen, alleen zijn… een beetje wereldfietser kent de sensaties die bijna tot verrimpelde clichés zijn ingedroogd. Ze wilde meer, maar studies in de categorieën muziek, theater eisten dat zij op tijd terug was, om weer gezellig en binnen de normen mee te draaien in de wereld waar wij ons maar al te graag 24/7 aan conformeren.

Na anderhalve studie aan het  conservatorium en de Kleinkunstacademie wilde Hera langere tijd naar Zuidoost Azië. “Ik was nog nooit buiten Europa geweest en wist niet beter dan dat je een verre reis met een rugzak maakt. Op een informatieavond van de Vakantiefietser leerde ik dat je met een fiets de hele wereld kunt doen. En ook nog eens helemaal onafhankelijk van wat dan ook.” Omdat ze gedurende haar Azië-reis massa’s backpackers ontmoette, werd de typische dynamiek van het fietsen nog eens extra scherp.

Haar diploma is het harde bewijs dat zij zich de rest van haar leven gediplomeerd zanger en actrice mag noemen. Echter, al in Azië heeft ze door, dat de bergen van Nepal haar sterker trekken dan de finale van Idols . “Tijdens het taxiën, bij het vertrek uit Kathmandu begon ik te huilen. Ik wilde niet naar huis.” Toch reserveert ze voor zichzelf drie jaar de tijd om uit te vinden of ze een carrière ambieert als theatermaker. Voorlopig geen volle zalen voor Hera, want het werd fietsen. “Het voelde als een amputatie, maar dat was wat ik wou.”

Ze neemt een bijbaantje in een fietsenwinkel, maar tot haar grote verdriet mag ze alleen ‘vrouwentaken’ vervullen. Kleding en achtertassen verkopen met de halve Keukenhof erop geprint. “Wat had ik graag in de werkplaats gestaan.” Wel scoort ze een Koga Signature met hoge korting. Als ik opmerk dat ik bij zo’n avontuurlijke vrouw niet zo’n doodsaaie fiets verwacht, antwoordt ze soepeltjes: “Ik vind hem hartstikke leuk, ik noem ‘m Wilson. Hij is mijn vriendje.” Wilson? Vriendje? Ik zeg dat dat voor mij de queue is het kladblok dicht te slaan, en stel voor de rest van de pagina’s met beeld van complice Eric te vullen. Onverstoorbaar gaat ze door. “Ik zweer ook bij Ortliebs, en die zijn evenmin je favoriet geloof ik. Maar hey, als je een wereldfietser bent, dan ga je je toch niet mutsen over het merk van je spullen? Juist dat vervreemdt mij zo van mijn huidige omgeving. Ik probeer me juist te onttrekken aan het overdreven belang van geld, erbij willen horen, achter de waan van de dag hollen. Wil je geloven dat ik me vaak misplaatst voel in deze maatschappij?” Hera illustreert haar verwarring met de designbank waarop we zitten. “Al die moeite, energie, geld en frustraties van de ontwerper, de stoffenmaker, de mannen die aluminium mijnen die erin zit… Wat mankeert er aan een boomstam?” Hera bedoelt dit niet lollig, haar desoriëntatie is oprecht. Lange tijd kampt ze met hevig paniekaanvallen. De wereld – ‘ik begrijp vaak niet wat ik zie’ – drukt zwaar op haar.

De China-reis start ze vanuit haar ouderlijk huis in de Schiphollaan in Tilburg. Kernachtig duidt ze de essentie van de 16.500 kms die ze bijelkaar sprokkelt. “Ik wilde ervaren hoe een Tilburger die de post rondbrengt, meter voor meter verandert in een rijstboer in China.”

Om zo’n reis te kunnen volbrengen, moet je smart zijn, lijkt me. En die indruk maakt ze.  Behalve dan dat ze haar prachtige gebit gestaag wegspoelt met Cola. Ze verdedigt haar zwakte met “Bij 45 graden kan ik op een gegeven moment geen water meer zien.” Maar hoe ze tijdens haar China-tocht Warmshowers.org opnieuw uitvindt, dwingt tot een diepe buiging. Dat ging zo: Reeds in Duitsland ontdekt ze hoe zij doelmatigheid en gerief tot een legering, met licht opportunistische randjes, kan laten vervloeien. Telkens als ze het dorp bereikt, waar ze haar tent wil neerpoten, gaat ze op zoek naar iemand waarvan de gastvrijheid afspat. “Eerst sprak ik zo maar mensen aan, die de heg knipten of de hond uitlieten. Vrijwel altijd was het bij de eerste raak.” Het gemak werkt zo verslavend dat ze al gauw begint met een oriëntatierondjes: terwijl de dorpelingen nietsvermoedend hun auto wassen of de koeien melken, scant Hera de opties. Het plezier over haar eigen cleverness laat haar stralen. Ontelbare warme douches, diners en ontbijten zijn haar buit. Bijvangst zijn de gastheren en –dames, die -zonder het te beseffen- de transformatie van postbode tot rijstboer voor hun rekening nemen. “Ongelofelijk, wat de wereld allemaal niet aan ontbijt naar binnenschuift. Zo wisselend. Van appeltaart tot aardappels met rookworst en van verse rijstepap en melk direct van de koe tot dumplings gevuld met gehakt.” Bij vertrek wordt de ontmoeting bezegeld met ‘accepteer vriendschapsverzoek’ en een sticker met een foto van Hera en haar webadres.

Hera is blij dat haar sexe een handje helpt waar het gaat om gastvrijheid. Verder zitten er alleen maar nadelen aan het vrouw zijn. “Ik ben fysiek zwakker, kan nooit tegen een boom plassen, en en plein public van shirt wisselen zit er voor mij niet in. Nee, als ik de keuze had gehad, was ik voor een jongetje gegaan.”

Binnenkort vertrekt ze opnieuw. Dit keer zonder zoiets banaals als een einddoel of tijdslimiet, maar wel met een missie. “Tijdens mijn reis wil ik zeker een half jaar lang aandacht vragen voor zelfdoding. Mijn motto is: zelfmoord, praat erover.” Tuurlijk, waarom ook niet? Er zijn tenslotte al genoeg mensen die fietsen om de Regenwoud of het Great Barrier Reef te redden. Toch maar even doorvragen: heeft Hera iets met psychiatrische aandoeningen? “Haha, ik ben grootafnemer van psychologische hulp.” En dan serieuzer: “Toen ik Fokke verloor, wist ik het zeker. Ik wil suïcide uit de taboesfeer halen en de wereld uitleggen wat het is. Om de simpele reden dat je er misschien wel aspiranten mee redt als ze gehoord worden. Maar ook om het begrip bij de omgeving net iets groter te maken als het toch mis gaat. Want de zorg schiet tekort – zelfs specialisten klappen erop dicht.” Bij deze missie werkt ze samen met 113online, een organisatie die doet in zelfmoordpreventie, en daarom mensen helpt met een hulplijn. “Ik ga organisaties bezoeken die zich met dit onderwerp bezighouden. Kijken hoe zij het doen. Verder zal ik het bij niet-professionals aankaarten, om een idee te krijgen hoe het leeft onder de bevolking.” De reacties via haar blog variëren. “Sommige mensen steunen mij onvoorwaardelijk. Anderen reageren met: ‘Ik vind je blog te gek, maar wat je nu doet, begrijp ik niet.’ Jammer, maar die laatste soort reacties bewijst dat ik goed zit. Wist je trouwens dat er vijf geslaagde zelfdodingen per dag zijn in Nederland? En 257 pogingen?”

Hera kiest niet voor een vlak terrein, dat is me wel duidelijk. Maar de souplesse en vastberadenheid waarmee ze over het onderwerp aansnijdt, verraadt dat ze voor haar klim een passend verzet heeft gemonteerd. Een belachelijke metafoor, maar ik weet even niks beters.

Dan de klassieke ben-je-niet-bang-vraag. “Best wel. Ik ben bang aangelegd. Ik ben bang voor aanranding, verkrachting, beren, de hele riedel.” Haar wapen is een spreuk die net zo effectief moet werken als een taser: ‘Moed is niet de afwezigheid van angst, maar het besluit dat er iets belangrijkers is dan die angst.’ Voor het geval het effect van deze wijsheid hapert, heeft ze een busje pepperspray binnen handbereik. In vredesnaam, Hera, wat doe je als je de klos bent? Dan vertelt ze hoe ze klem werd gereden door twee jongens die seks kwamen halen. “Ik bleef rustig, ook al kwamen ze heel dichtbij en was er geen ontkomen aan. Als ik maar niet paniekte. Ik bedacht dat ze slechts ‘hun kans waagden’ en het niet uit kwaadaardigheid was. Door te herhalen dat ik ze niet kon helpen, gaven ze het op. Tja, als het psychopaten waren geweest, had dat niet gewerkt. Maar vervelende jongens zijn talrijker, en die kan ik dus aan. De volgende keer zelfs nog beter. Neemt niet weg dat ik mij kwetsbaar voelde en mijn hart in mijn keel bonsde.”

Terwijl nog alle opties open staan in het jonge leven van Hera kan ze wel exact aangeven wanneer ze stopt. “Wanneer ik iets tegenkom dat ik liever wil doen dan fietsen. Misschien een hutje bouwen op de prairie, de amazone afpeddelen in een kayak, of me settlen met een man, hond en kind. Voorlopig slingert mijn weg over de topo-kaarten van IJsland, Alaska en Canada.”

Dank je wel Hera voor dit gesprek. Ik heb een verrassing voor je: een setje Schwalbe Marathon’s, zodat ik de titel kan laten allitereren. We gaan je uitzwaaien. Tot je niet meer omkijkt.

 

Geschreven voor tijdschrift De Wereldfietser. (pdf)