Marokko Atlasgebergte op de Fiets

Marokko Atlasgebergte op de Fiets

Niet toevallig wordt deze stad vaak als ‘Magisch Marrakesh’ aangeprezen. De beginrijm is helemaal op zijn plaats. De sfeer in deze eeuwenoude, ommuurde woestijnstad met haar smalle straatjes, verrukt elke bezoeker. Minstens zo magisch is het achterland: de Hoge Atlas. Een ruig berggebied dat is gemaakt voor een wandel- of mountainbiketocht.

‘Met uitzicht alleen kun je je maag niet vullen

Ha, lunch! Chauffeur annex kok Jamal komt tevoorschijn met een schaal vol vers gechopte tomaten, komkommer, paprika, olijven en tonijn. En een loeihete tajine met daarin nog meer groenten en een kostelijk kluifkippetje. Nou was ik al helemaal om voor de culinaire kwaliteiten van de Marokkaanse keuken. Want tijdens een kookcursus had ik geproefd wat Marokkanen met kruiden kunnen, omdat zij niet zoals wij gemakzuchtig naar de E-nummers grijpen. Op 2200 meter hoogte ga ik bijkans hallucineren van het eten. Immers, niet minder dan het Hoge Atlas-gebergte is mijn uitzicht.

Achter mij perforeert een besneeuwde Toubkal, de hoogste berg van Noord-Afrika, de strakblauwe hemel. Voor ons meandert de ruige Rhirhaia vallei. Met uitzicht alleen kun je je maag niet vullen, dus aanvallen. Calorieën stapelen is het devies, zodat we straks onze tanden en banden in het parcours kunnen zetten dat door het dal slingert. Gelukkig op mountainbikes, die zelfs met het circuit van de Zwarte Cross nog wel raad zouden weten. Ook na een wolkbreuk. Dat moet wel, met minder zouden we niet eens beginnen aan dit avontuur. Een asfaltmachine heeft deze hoogte nooit bereikt.

Genoeg proza. We trappen de fietsen aan en zijn weg. Eerst nog even omhoog hijgen tot aan het bergzadel. Daarna kunnen we de testosteronvoorraden met rust laten. Behalve die enkele keer als we de ijskoude rivier doorwaden en we voorzichtig moeten sturen, om niet op de gladde stenen uit te glijden.

Voor de rest hebben we alle tijd om dit krankzinnige landschap tot ons te nemen: een oud, afgetopt gebergte. Grauwe rotsen, stenen, zand en gruis, alles in dezelfde tint. Nauwelijks vegetatie. Alleen op de hellingen staan rijen kleine boompjes. Op gelijke afstand, waarmee ze verraden dat ze geplant zijn om de erosie tegen te gaan. Beneden, bij de rivier, ontdekken we piepkleine landbouwgrondjes. Hier telen de bergbewoners de maïs, tarwe en groenten waarmee ze ook de komende, strenge winter moeten doorkomen. Zoals de ruim 300 Berbers in Tacheddirt, dat drie maanden per jaar van de buitenwereld is afgesloten. Als we dit hoogste bergdorp van Marokko naderen, zwaait een groep schoolkinderen ons enthousiast tegemoet. Het ‘bonjour’ is niet van de lucht. Totdat ik mijn camera pak, en het grut gillend wegduikt. Bij volwassenen scoor ik voornamelijk boze blikken, zelfs bij de mannen die met cementblokken een extra etage op een lemen huis bouwen. Daar moet ik aan wennen – in Azië of Zuid-Amerika vindt men dat meestal prima. Omgekeerd zouden veel Nederlanders vast op dezelfde manier reageren als de miljoenen toeristen, die ons land bezoeken, hun camera’s op ons zouden richten.

De leefomstandigheden zijn, op amper een uur rijden van Marrakesh, ronduit primitief. Middeleeuws bijna, maar dan wel met 220 volt en een satellietschotel op het platte dak. Faisal, die in de bergen is geboren, onderschrijft dat het leven hier eenvoudig is. “Maar ik heb hier een geweldige jeugd gehad. Je bent heel erg met elkaar. Dat we arm waren heb ik nooit zo ervaren. Wel ben ik blij dat ik een goede school heb gehad en nu als gids werk. Mijn leeftijdsgenoten moeten vaak harder werken voor hun geld.” Met 400 euro per maand komt hij rond op een piepklein kamertje, in de soek van Marrakesh. Voor dat loon fietst hij heel wat kilometers. Hij rijdt ook met groepjes toeristen door Marrakesh. Dat is voor hem geen straf. “Ik ben een fietser. Ik heb op nationaal niveau kampioenschappen verreden. Bovendien vinden toeristen het een belevenis op deze manier de stad te verkennen.”

Een belevenis, dat was ook onze kennismaking met de soek in Marrakesh: een immens labyrint van smalle straatjes, propvol winkeltjes die uitpuilen van de souvenirs. Het aanbod van IKEA is daarbij armetierig vergeleken. En het lastige is, dat anders dan bij dit Zweedse warenhuis, er nergens short cuts zijn om aan een overdosis indrukken te ontsnappen. Aardewerk, sieraden, schoenen, kruiden, kleding, tapijten…. een onafzienbare hoeveelheid artikelen in oneindige variaties. De koopwaar schreeuwt om de aandacht van de toerist. Dat moet ook wel, want het is de uitbaters ten strengste verboden de passanten aan te spreken. Maar oh wee als je een teen over de drempel zet. Dan passeer je het point of no return, en gaan ze los. Opdringerig of onplezierig wordt het gelukkig nooit. We proeven de meest fantastische olijven en krijgen uitleg over de sieraden van de Toeareg, een nomadenvolk dat door de woestijn trekt. Een schoenmaker verzoolt mijn schoenen voor minder dan een tientje terwijl ik mierzoete thee drink.

Het liefst zouden we ons helemaal arm shoppen, maar een kennis gaf ons de tip een dag te wachten. Het is slimmer eerst te kijken wat er allemaal te koop is en hoe de prijzen liggen. Pas bij een volgende rondgang sla je in alle rust toe en koop je alleen die spulletjes, waar je werkelijk wat aan hebt. Want hoewel het er allemaal even aantrekkelijk uitziet, zit er veel prullaria-meuk tussen. Essentieel is verder, dat je ruim voordat je de portemonnee trekt, weet wat je maximaal wilt stukslaan.

Met die strategie gaan we op zoek naar zilveren oorbellen, imitatie voetbalshirts – geen Ronaldo wel Isco – en zo’n handige rieten boodschappenmand. We happen pas toe als we het artikel voor tweederde van de vraagprijs meekrijgen. Onze aanpak werkt: zonder stress starten we de onderhandelingen. Worden we het niet eens, dan nemen we vriendelijk afscheid en lopen we naar een winkeltje verderop. Maar daar komt het meestal niet van omdat de deal alsnog rond komt. Altijd rustig en vriendelijk blijven, dat doet het ‘m. Ook hier.

In Hammam Ziani mogen we eindelijk bijkomen van alle inspanningen en indrukken. We gaan voor het stoombad en de gommage. Dat laatste is deftig Frans voor: flink insmeren met zwarte zeep gevolgd door een weinig zachtzinnige scrubbeurt. Een behandeling die net zo lang duurt, totdat de laatste dode huidcel het prachtige, met mozaïek gedecoreerde, badhuis verlaat via het afvoerputje. Daarna is het echt relaxen geblazen als de massage met arganolie begint. Anderhalf uur later zweven we weer door de straatjes van Marrakesh. De avond is gevallen, we zijn in een levend sprookje uit Duizend-en-een-Nacht.

REISWIJZER

Touroperator Corendon heeft Marrakesh in haar programma, inclusief directe vlucht met Transavia. Een rondreis langs de koningssteden Marrakesh, Rabat, Meknez en Fez kan ook. www.corendon.nl

ACTIEF IN MAROKKO www.reisbureaumaroctravel.nl organiseert actieve excursies. In groepsverband of op maat. Van fietsen door Marrakesh zie www.biking-in-marrakech.com tot wandelen of mountainbiken in het Atlasgebergte. Zelfs rondreizen met kinderen naar de woestijn is mogelijk. Actief en smakelijk: met Fatima naar de soek en daarna samen een tajine koken. Helemaal zen: yoga-excursies.

ZIEN Djemaa El Fna plein. Met muzikanten, verhalenvertellers, slangenbezweerders. De Koranschool, het Palais El Bahia, fotomuseum, Jardin Majorelle – de tuinen van Yves St. Laurent.

ETEN Dar es Salam is wereldberoemd. De kok van Dar Tazi tovert met kruiden. Dar Mimoun is betaalbaar, met paleistuin. Anders rondom de kruidenmarkt in de oude joodse wijk Mellah. En de eetstalletjes op het Djemaa El Fna plein.

DOEN Hammam Ziani. Tot en met Harvey Keitel ging hier met de billen bloot. Tip: de zonsondergang vanaf een terras rondom het Djemaa El Fna plein.