Fietsen door het Liebliches Taubertal

Fietsen door het Liebliches Taubertal

Liebliches Taubertal. Zo heet de fietstocht door het dal van de rivier de Tauber. Een bewegwijzerde route van dik 100 vlakke kilometers lang, die loopt van het middeleeuwse Rothenburg tot aan het minstens zo middeleeuwse Wertheim. Een reis door de geschiedenis van Duitsland. Met onderweg mooie musea, fijne mensen en lekkere wijntjes en gezond eten.

‘In Brandenburg barst het van de highlights

‘Liebliches Taubertal’ klinkt net zo mierzoet als de specialiteit van deze streek: Schneeballen. Caloriebommen van meel, boter, ei en suiker. Rothenburg ob der Tauber is wereldberoemd geworden met deze lekkernij. De Japanse toeristen, die met bussen tegelijk bij de poorten van deze stad worden afgezet, duiken vol overgave op deze duivelse delicatesse. Maar ook zij genieten, net als wij, van de charmes van deze ommuurde, middeleeuwse stad. Alles staat er weer piekfijn bij, nadat een bombardement in ’45 een kwart van de stad in puin legde en uitsluitend burgerslachtoffers maakte. De schattige vakwerkhuizen en -huisjes, de torens en torentjes, de pleinen en smalle straatjes, laten je geloven dat je door een bewoonde versie van de Efteling loopt. Als de avond valt, wordt het nog een graadje sprookjesachtiger.

.

Rothenburg ob der Tauber is wereldberoemd. Op deze foto’s is het nog lekker rustig. Overdag wordt het stadje platgelopen. Maar het is ook wel heel mooi.

 

 

Journalist Wilhelm Heinrich Riehl schreef al in de 19e eeuw lyrische verhalen over dit gebied. Hij ervoer zijn kennismaking met dit gebied als een reis door de geschiedenis van Duitsland. En dan te bedenken dat hij zich verplaatste met paard en wagen, terwijl wij per comfortabele fiets dit dal verkennen. Mooi en gevarieerd is het zeker: het ene moment fietsen we door dichte bossen of langs rotswanden die recht omhoogschieten. Het andere moment is het dal zo breed dat we kilometers ver om ons heen kunnen kijken. Belangrijke constante is de verkeersdrukte, of beter gezegd: de afwezigheid ervan. We delen het dal vrijwel alleen met andere fietsers.

We consumeren het nieuwe landschap, met de blijdschap van een kind. Het is allemaal zo heerlijk anders: de weidsheid, de stilte en zo Duits als maar kan. Ook de producten uit deze streek smaken als nieuw en onbekend. Zoals de zelfgemaakte worst en de Gemischter Vorspeisenteller aus Franken van Lars Zwick. De sympathieke Lars is meesterkok en baat ook nog eens het fietsvriendelijke Landhaus zum Falken uit. En alsof hij daar al niet zijn handen vol aan heeft, managet hij ook nog een berg vol wijnranken, zo’n 5 hectares. Dat doet hij samen met twee andere vrienden-fijnproevers, waaronder Jürgen Koch. En dat is – toeval bestaat – weer de eigenaar van hotel Laurentius, ons overnachtingsadres in Weikersheim, dat we na twee uur doortrappen bereiken.

    Jürgen Koch was ooit de privékok was van Gunther Sachs. Maar daar mag hij van zijn vrouw niets over vertellen. Zelden zo’n gepassioneerd iemand ontmoet.

Weikersheim is een schot in de roos: de middeleeuwse stad is prachtig geconserveerd, maar trekt desondanks veel minder toeristen, zodat de sfeer niet opgeëist wordt door souvenirwinkeltjes, boetiekjes en eterijen. Eenmaal aan tafel bij top-topkok Herr Jürgen, horen we dat hij ooit privékok was van Gunther Sachs. Die mooie playboy? Daar moeten we het fijne van weten, maar net als Jürgen onze vragen wil beantwoorden, legt zijn vrouw hem het zwijgen op met een opvallend onopvallend duwtje. Als goedmakertje schenkt hij nog een keer onze glazen vol.

Gelukkig hoeven wij de volgende dag niet discreet om te gaan met ons enthousiasme over slot Werkersheim. Nou struikelen we hier over de kastelen, maar deze is echt bijzonder: 250 jaar lang was het onbewoond, waardoor het interieur tot en met het behang origineel is gebleven. Kom daar maar eens om in Schloss Schönbrunn of Versailles, waar de inrichting een bont samenraapsel is van meubels en kunstwerken. Topstuk in Werkersheim is, volgens ons althans, de olifant aan de muur in de spiegelzaal. Dat men toen nog geen goed beeld had van dit slurfdier, bewijzen de slagtanden. Ze komen uit zijn mond!

We trappen de fietsen aan. De Tauber slingert traag – en wij slingeren er traag achteraan – door het dal met uitgestrekte mais en tarwevelden. Op de flanken rijpen de druiven die tot Tauberschwarz-wijn worden verwerkt. Dat doen ze in Markelsheim, waar we de wijnkelders bezoeken. We krijgen een rondleiding van Frau Conny Lehr. Ze laat ons de ruimtes zien waar de wijn rijpt in metershoge rvs-vaten. Niks geen romantiek met houten vaten, maar een volledig gecontroleerd proces. “Zo is er nauwelijks verspilling en is de kwaliteit optimaal.”

Vlak voordat we aan de poort staan van onze pleisterplaats Tauberbischofsheim ontdekken we nog een 16+ attractie: de familiebrouwerij Distelhäuser, waar we ons melden voor de rondleiding. Tauberbischofsheim, is alwéér een uit de kluiten gewassen, middeleeuwse stad aan de Tauber. Ze grossiert in Frankische vakwerkhuizen, kerken en kapelletjes. De markante Türmersturm torent trots boven de stad uit.

Het laatste traject, tot aan Wertheim, telt 30 kilometer. Het is lekker fietsen, door een landschap dat nooit verveelt. Bij het Bronnbachklooster gaan we vol in de remmen voor het godshuis, dat veel bezoekers trekt wegens haar XXL-dimensies. Daar is iets voor te zeggen, maar wij zijn vooral onder de indruk van het fresco op de buitengevel van de orangerie. De muurschildering is 250 jaar oud en pakt vol uit op het thema ‘de vier jaargetijden’. Te midden van het niet aflatende culturele geweld in deze regio, waren wij zo’n Meisterstück nog niet tegengekomen. Sterker, het is het grootste fresco im Freien – in de open lucht- ten noorden van de Alpen, zo lees ik later op Wikipedia.

Eindstation Wertheim moeten we, net als Rothenburg ob der Tauber, delen met drommen dagjesmensen. Maar geef de organisatoren van busreizen ongelijk; de stad is opnieuw een plaatje. Hoog, bovenop een berg, ligt de burcht van Wertheim die uitkijkt op Wertheim. Een stad die wederom is gemaakt van vakwerkhuizen, smalle steegjes, kerken en kapellen. Niet dat het verveelt. Integendeel, door de herhaling en de omvang, raken we ervan doordrongen hoe knap het is dat men 1000 jaar geleden al zo hoog kon bouwen. Hoeveel vaklieden en kunstenaars waren er wel niet nodig om met de eenvoudige middelen van toen, de afwerking, verfraaiing en detaillering zo subtiel te krijgen?

 

We verorberen het Liebliches Taubertal tot de laatste centimeters, tot de allerlaatste druppel. Bij de landtong Mainplatz voegt het water van de Tauber zich onontkoombaar bij het water van de rivier de Main. Traag en ook een beetje tragisch. Want de miljoenen liters water, die de Tauber met zo veel zorg verzameld en vervoerd heeft over een lengte van 130 kilometer, wordt van het ene op het andere moment opgeslokt door een rivier, die dan al tien keer zo breed is. Alsof de Tauber nooit bestaan heeft. Maar wij weten beter: dankzij deze rivier hebben we een prachtig stukje Duitsland ontdekt.

 

INFO

liebliches-taubertal.de, www.fietsen-zuiden.nl, tourismus.rothenburg.de. Fietshuur: 2-rad-esser.de

DOEN

www.schloss-weikersheim.de en kloster-bronnbach.de

SLAPEN

Degelijk Duits en gastvrij: glocke-rothenburg.eu en hotel-stmichael.com. Op hoog niveau: hotel-laurentius.de. Fietsvriendelijk: landhaus-zum-falken.de. Bierwellness: das-kleine-amtshotel.de

ETEN

Streekproducten: landhaus-zum-falken.de en hotel-laurentius.de. Schneeballen: schneeballen.eu.

DRINKEN

Fijne wijnen: markelsheimer-wein.de en jakobshof-lehr.de. Bier: distelhaeuser.de.

 

 

Beeld: Geert Heijink.